spelregels

Tags

ambtenaren Amsterdam burgerparticipatie collectieve intelligentie democratische vernieuwing eigenaarschap gebiedsatelier gebiedsontwikkeling gemeenteraad gemeenteraadsverkiezingen grondbedrijven ketenomkering koekoeksklokparticipatie leiderschap lichte sturing lichtheid lokale democratie lokale initiatieven maatschappelijke gebiedsontwikkeling menselijke maat omgevingswet organische gebiedsontwikkeling organisch ontwikkelen participatie participatiesamenleving publiek domein publieke zaak regio Rotterdam samen stad maken schurende verhalen sociaal kapitaal stadhuis op straat stadmakers stadsontwikkeling systeemwereld technocratie tijdelijkheid Utrecht vastgoed verhalen waardecreatie wijkaanpak wonen Zwolle
 

“de omgeving van de mens is de medemens”

Drie jaar geleden had ik een afspraak met  Flip ten Cate  van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en Thijs van Mierlo van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners (LSA). We zochten elkaar op omdat we zorgen deelden over de omgevingswet. Kortgezegd: een wet die vooral gebouwd is op de idealen van versnellen van projecten en ruimte bieden aan lokaal maatwerk en marktwerking. Dat ook nog in een krachtenveld dat al zo ongelijk is: een nauw samenspel tussen overheid, grote instituties en de markt waarbij de burger te vaak wordt behandelt als klant van hun keuzes en object van te vrijblijvende participatieprocessen. Bekijk deze documentaire van KRO NCRV over hoe we in ons land omgaan met chemisch afval en je beseft dat  het waarborgen van een veilige en gezonde leefomgeving in dit krachtenveld bepaald geen logica is. De omgevingswet gaat daar niets ten goede aan veranderen en kan zelfs averechts uitpakken op de zorgplicht voor de leefomgeving.  Er zijn ook te veel mensen in de wereld van het omgevingsbeleid voor wie die zorgplicht niet op hun netvlies staat. Het mooie adagium van Jules Deelder ‘de omgeving van de mens is de medemens’ verdient bij deze mensen zonder meer een plaats als een tegeltje aan de wand of motto op het bureaublad van de computer. Maar er is uiteraard meer nodig dan dit motto en daar hebben we ons ook voor ingezet.

(meer…)
3 februari 2020
0 reacties
, , , , , , ,
 

Is er iets mis met ‘ruimte bieden aan de initiatiefnemer’?

Deze week mocht ik bij het netwerk van directeuren stedelijke ontwikkeling iets vertellen over participatie en de omgevingswet. De trouwe lezer van mijn blogs weet dat ik het dan niet heb over wat de omgevingswet aan participatie vereist (niet veel). Maar wel hoe je de invoering van de omgevingswet gebruikt om het beleid beter te verankeren in de samenleving, hoe je de collectieve kracht en intelligentie van de stad kunt mobiliseren en hoe je een gelijker speelveld en nieuwe democratische verhoudingen rond omgevingsvraagstukken bouwt.
Dat nodigde uit tot mooie gesprekken over deze thema’s. En zoals ik zo vaak meemaak kwamen er nuchtere tegenwerpingen over een overheid die zich juist bescheidener en faciliterend op moet stellen. Het motto is ‘ruimte maken voor initiatiefnemers’ waartoe ook hoort dat deze zelf de communicatie met de omwonenden/belanghebbenden moet regelen en vaak ook de stedenbouwkundige uitwerking mag of moet leveren.
Op het eerste oog lijkt dit niet eens zo onredelijk. Het voorbeeld dat ik dezer dagen steeds te horen krijg: een eigenaar van een gebouw(-encomplex) dat zijn functie heeft verloren wil het verbouwen tot woningen. De gemeente werkt daar graag aan mee op grond van haar eigen herbestemmings- en woonbeleid en dan mag je anno 2017 van de initiatiefnemer verwachten dat deze zelf de stedenbouwkundige kaders opstelt en de communicatie met de buurt goed doet. En ik kom ontwikkelaars tegen die (vaak niet ten onrechte) stellen dat ze dit beter kunnen dan de gemeente en dit ook graag op zich nemen. Tel uit je winst zou je zeggen. Ik heb er om een aantal redenen toch moeite mee dat de overheid zich zo uit dit speelveld terugtrekt.

(meer…)

1 april 2017
0 reacties
, , , , , , , , , , , , , ,
 

onderhandelen voor dummies: de blinde vlek in de kabinetsformatie

Wie de reconstructie in de kranten leest van de totstandkoming van het kabinet Rutte II zal zich de vraag stellen of hier de hogeschool van onderhandelen aan het werk is geweest of dat men een potje heeft zitten knoeien. De hoofdrolspelers zijn er trots op hoe ze het spel gespeeld hebben: elkaar wat gunnen, geen bloedeloze compromissen, zichtbaar voor de achterban kunnen scoren en waar nodig de scherpe kantjes er voor de ander afhalen.  Bijna aandoenlijk zijn de anekdotes over het kwartetten met ingrijpende maatregelen en de methode om VVD-ers te vragen om de belangen van de PvdA uit te werken en vice versa. Maar door alle commotie over de inkomensafhankelijke zorgpremie ontstaat bij de buitenwereld het beeld van geklungel. Dat is wat te grof uitgedrukt maar die kritiek raakt wel de kern van de zaak: er is gewerkt met een te eenzijdige benadering van onderhandelen.

(meer…)

5 november 2012
0 reacties
, , ,