16 februari 2020
Door Frans Soeterbroek
Reacties
Tags
gebiedsontwikkeling, gezonde stad, gezonde wijk, leefstijlen, projectontwikkelaars, technocratie, Utrecht, wijkaanpak, wonenZeg het voort
griezelen bij beelden van de gezonde wijk
Er was deze week commotie op sociale media over borden met idealen voor de leefbare wijk die de provincie Utrecht neer had laten zetten in de hal van het provinciehuis. De provincie had die idealen door een adviesbureau laten opstellen om de discussie over de wijk van de toekomst uit te lokken. Vooral de tekst op het bord ‘gezonde wijk’ riep nogal wat weerstand op. Het idee over het verzamelen van punten voor je gezonde en duurzame gedrag waarmee je als bewoners gunsten verwerft riep associaties op met een totalitaire overheid. Dat het op de borden wemelde van de buurtbeveiligers, coaches en buurtconcierges en er ook het feest werd gevierd van de datagedreven ‘smart city’ versterkte het beeld van Big Brother is Watching You.
Wat me vooral opviel is dat aardig wat politici van links tot rechts uit de gemeenteraad van Utrecht hun best deden zich hiervan te distantiëren. De tweet die de discussie losmaakte was van een lokale politicus (Cees Bos) en dat riep veel reacties op van zijn collega’s die eensgezind waren in hun afkeer. Ik viel van mijn stoel van verbazing bij zoveel selectieve verontwaardiging want eerlijk gezegd lees ik dit soort teksten al jaren in de plannen voor mijn eigen stad Utrecht, waar diezelfde politici over het algemeen bij staan te juichen.
Het gezonde leven, stadsontwikkeling en zelfregie
Sinds Utrecht zichzelf het predicaat ‘healthy urban living’ heeft opgespeld staan de plannen vol met ideeën om het gedrag van mensen beter te sturen. Waar de provincie nog kan zeggen dat deze wat extreme beelden heeft laten uitwerken voor de discussie moet ik constateren dat ze helemaal niet ver af staan van staand beleid in mijn eigen stad.
Aanvankelijk had ik nog de hoop dat er in de stadsontwikkeling op de golf van dit concept een andere wind zou gaan waaien. In 2015 en 2016 organiseerde de Internationale Architectuurbiënnale in Rotterdam (IABR), in samenwerking met de gemeente Utrecht het atelier gezonde stad. Daarin werd voortgeborduurd op het populaire concept van positieve gezondheid van gezondheidswetenschapper Machteld Huber. Zij definieert gezondheid als het vermogen je aan te passen aan, en je eigen regie te voeren in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven. In deze actieve definitie van gezondheid gaat het onder meer om zelfbeschikking, sociale relaties, mentale gezondheid en zingeving.
Op basis van een studie in de Merwedekanaalzone en in Overvecht werd de conclusie getrokken dat de gangbare manier van stadsontwikkeling te weinig gericht is om het benutten en faciliteren van die zelfregie en ook te weinig op het binden van publieke organisaties en markt aan maatschappelijke waarden. Het eindverslag van het atelier leest als een pamflet tegen de gangbare cultuur van stadsontwikkeling: ‘Onder de vlag van gezondheid kan stadsontwikkeling weer worden ingezet om maatschappelijke doelstellingen te realiseren…. Volgens ons begint de gezonde stad juist met het beter benutten van het ruimtelijke, sociaal en financieel kapitaal van de bestaande stad; van cure naar care. Daar organiseren mensen spontaan het nieuwe samenleven en stellen ze zich teweer tegen verdorring en vereenzaming. Een gemeente die gezonde verstedelijking hoog in het vaandel draagt, moet zulke kwetsbare initiatieven koesteren. Anders dreigt het huidige strakke keurslijf van administratieve procedures en marktconforme huren het aanwezige vermogen juist weg te drukken……Te vaak krijgen ontwikkelende partijen nog de ruimte om met makkelijke oplossingen te komen die vooral gericht zijn op snelle afzet en winstmaximalisatie tegen een zo laag mogelijk risico.’
De maakbaarheid van het gezonde leven
De jaren daarna heb ik heel weinig gemerkt van deze benadering in de gemeentelijke stadsontwikkeling. Juist in die twee gebieden (Merwede Kanaalzone en Overvecht) is een aanpak gekozen die erop gericht is de markt aan zet te laten zijn en de regie niet bij bewoners te leggen. Neem de plannen voor de Merwede Kanaalzone. De omgevingsvisie voor het gebied staat bol met termen als gezond gedrag, gezonde mix van mensen en gezonde leefstijl als de idealen waarop deze wijk moet rusten. Lees in deze stedenbouwkundige visie paragraaf 3.4 over gezond stedelijk leven met fenomenen als de gebiedsportier en ‘het Merwedelab’ gericht op mentale gezondheid en je beseft dat die provinciale dromen waar iedereen over valt gewoon zijn gebaseerd op visies en plannen voor de stad Utrecht. En er komt ook nog eens een commercieel opererende gebiedsorganisatie die het dagelijks leven van de bewoners in de wijk gaat reguleren en die zich werpt op ‘branding en placemaking van het nieuwe stadsleven’.
Over die gezonde mix van leefstijlen wordt ook nagedacht in ‘de werkplaats Overvecht’ waar (met grote instemming van de gemeente) projectontwikkelaars en adviesbureaus de strategie voor de wijk van de toekomst maken. Hier het zogeheten gebiedsprofiel waarin (zie de schema’s op pagina 16 en 33 ) de ideale mix van bewoners wordt bepaald op basis van leefstijlen. De ontwikkelaars gaan er voor zorgen dat er een meer ‘ontspannen publiek’ in de wijk komt wonen.
Ander voorbeeld: anderhalf jaar geleden werd er juichend een plan voor bouwen in de Cartesiusdriehoek gepresenteerd. De betrokken partijen brachten deze tekst naar buiten met de kop: ‘winnend plan voor Cartesiusdriehoek laat mensen langer en gezonder leven’. Ik hoorde zelfs op de radio door iemand zeggen dat mensen in dit plan 5 jaar langer zouden leven dan in ‘gewone’ wijken. Het plan pretendeert een ‘urban blue zone’ te maken, geïnspireerd op de 5 zogeheten blauwe zones op aarde waar de oudste mensen op aarde leven. De Utrechtse wijk wordt gebouwd gebruik makend van de 9 principes die ene Dan Buettner heeft geïdentificeerd als gemene deler van die 5 blue zones zo lees ik in het persbericht. Ik heb ze even opgezocht die principes. Houd u vast: veel wandelen, doelen stellen waar je in de morgen voor op wilt staan, op tijd rust nemen, je aansluiten bij een kerk of mediteren, weinig vlees en alcohol, je sociale en familienetwerk koesteren en onder de mensen komen. Nu ga ik er toch maar van uit dat de projectontwikkelaar en de gemeente niet in al deze levenssferen van mensen gaan ingrijpen en dit gewoon heel brutale marketing is. Maar de onbeschaamdheid waarmee de projectontwikkelaar dit presenteert en er ook nog de competitie mee wint geeft wel aan hoe de wind in deze stad waait en waar je bij de gemeente punten mee kunt scoren.
Social engineering door marktpartijen als norm voor de gezonde wijk
Wanneer we naar bovenstaande 3 voorbeelden kijken vallen een aantal dingen op waar onze politici (niet alleen de Utrechtse want we hebben het hier gewoon over de tijdgeest die je in veel meer steden tegenkomt) nog eens kritisch naar moeten kijken. Allereerst dat we in een nieuwe fase van ‘social engineering’ zijn beland waarbij de overheid in nauwe samenspraak met marktpartijen en professionals niet alleen diep in de levens van mensen wil ingrijpen (‘de gezonde leefstijl’) maar zich ook tot doel stelt om mensen te gaan mixen op grond van hun leefstijlen. Mijn stelling is dat het een gevaarlijke ontwikkeling is om hieraan te gaan sleutelen zonder betrokkenen zelf regie over die keuzes te geven. Zie de analyse hierboven van het atelier gezonde stad. Daarover schreef ik eerder al dit verhaal.
Wat helemaal verontrustend is, is dat de gemeente deze vorm van social engineering aan projectontwikkelaars en de hen ondersteunende adviesbureaus uitbesteedt. Kijk nog maar eens goed naar bovengenoemde voorbeelden. Werken aan een gezonde wijk, selecteren op leefstijl, datamonopolies, gebiedsmarketing, verdienmodellen en privatisering van de publieke ruimte lopen op een griezelige manier in elkaar over.
Ik vind het persoonlijk een enger idee dat de markt mag bepalen hoe het gezonde leven er uitziet en hoe we mensen in wijken mixen dan dat de overheid dat doet. En dat is dus op dit moment echt aan het doorslaan zeker op de golf van het nieuwe woonbeleid van de gemeente.
Wat in deze hele discussie ontbreekt is de vraag hoe buurt- en wijkbewoners nog enige zeggenschap over hun gezonde toekomst krijgen. Die derde poot naast markt en overheid is heel slecht ontwikkeld in de stad. De gemeente heeft recent nog de wijkraden afgeschaft waar voorlopig niets krachtigs voor terugkomt. Bewoners zijn veroordeeld tot het vrijblijvend meepraten over de plannen van overheid en markt. Wanneer je bewoners daar wel mederegie op geeft, zal die wijk van de toekomst een meer nuchtere en menswaardige invulling krijgen dan wat er in al die zielloze marketingteksten staat die nu voor veel geld geproduceerd worden.
Eens goed in de lachspiegel kijken
Laat ik in dit verband een lans voor de provincie breken. Waar de gemeente Utrecht de gezonde wijk uitbesteedt aan de markt zijn de provinciale vergezichten tenminste nog deels gebaseerd op het idee dat bewoners zelf greep op hun eigen leefomgeving hebben. Betekenisvol detail: waar in de ideaalbeelden van de wijk van de toekomst bij de provincie de bewoners zelf de baas zijn over de buurtbeveiligers en de buurtconciërges is in het concrete plan voor de Merwede Kanaalszone een privaat gestuurde onderneming de baas van de gebiedsportier. Ik weet wel waar mijn voorkeur ligt.
Ik ben de provincie eigenlijk dankbaar dat ze met deze uitvergroting van de realiteit de Utrechtse politici wakker hebben geschud. Ze kijken hier gewoon in een lachspiegel waarin ze hun eigen keuzes zien gereflecteerd in iets wat ineens absurd lijkt. Kortom lokale politici: lach dus niet zo makkelijk om die malle teksten van de provincie maar kijk ook eens kritisch naar je eigen rol in dit denken.
En als je je als politicus of ambtenaar wat meer wilt verdiepen over hoe je wijken ontwikkelt met bewoners ga dan eens naar de bijeenkomst die het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners (LSA) hierover binnenkort in Utrecht organiseert.
Reacties