15 april 2013
Door Frans Soeterbroek
Reacties
Tags
aanbesteding, lichte regie, openbare ruimte, regie, regiegemeente, zelfbeheerZeg het voort
Gemeentelijke regie in de openbare ruimte als driehoeksrelatie
Afgelopen vrijdag heb ik in het kader van de week van de openbare ruimte twee keer een workshop over lichte regie verzorgd. De centrale vraag was hoe gemeenten die zich terugtrekken op regietaken (‘de regiegemeente’) toch kwaliteit weten te waarborgen. De deelnemers aan de workshops waren gemeenteambtenaren en aannemers in de wereld van bestraten en asfalteren. Een mooi gezelschap dat uiteraard een andere kleur aan het thema regie gaf dan waarover ik eerder een blog schreef: lichte regie bij maatschappelijke vraagstukken.
Ik ben het begrip ‘lichte regie’ gaan gebruiken omdat ik merkte dat gemeenten hun regierol zo lastig en veranderlijk vinden dat ze steeds vluchten in het herdefiniëren van rollen en verantwoordelijkheden. Mijn simpele boodschappen: pas je gedrag aan ipv de regelsystemen en formele rollen, ontwikkel nieuwe regiepraktijken samen met- en niet over de hoofden van de geregisseerden en probeer relaties tussen anderen kort te sluiten waardoor je als gemeente niet overal tussen hoeft te zitten. Hoe relevant zijn deze boodschappen in de wereld van bestraten en asfalteren?
De workshops had ik opgebouwd vanuit drie dilemma’s waar de ontwerpers, aannemers en gemeentelijke opdrachtgevers tegen oplopen. De deelnemers werden uitgedaagd hierin positie te kiezen en tussen de polen te bewegen. Dat leverde scherpe gesprekken en inzichten op.
1- Het verbindingsdilemma: regie op afstand of regie vanuit een samenwerkingsmodel
In de praktijk gaat dit dilemma over de vraag hoe je zakelijke aanbestedingsrelaties met waarborgen voor concurrentie, integriteit en onafhankelijkheid verbindt met een houding van open samenwerking waarin je als opdrachtgever en opdrachtnemer samen kwaliteit levert op basis van vertrouwen. Overheden proberen dit dilemma vooral procedureel op te lossen door spelregels te formuleren voor het uit elkaar houden van marktconsultatie, zuivere aanbesteding en samenwerking na de gunning. Het probleem is echter dat het wantrouwen dat de aanbesteding domineert besmettelijk werkt op al die relaties. Aanbesteden is te veel een zaak van calculeren, gedoe over meerwerk en juridische aansprakelijkheden geworden waarbij gemeenten en aannemers elkaar vele verwijten maken. De hamvraag is dan ook: hoe kom je uit deze cultuur van wantrouwen?
Stop met je te wapenen en deel je dilemma’s
Gemeentelijke diensten die verantwoordelijk zijn voor inrichting en beheer van de openbare ruimte en de wegenaanleg doen vaak aan simultaanschaken met collegadiensten, ontwerpers, ingenieursbureaus, aannemers en lastige bewoners. Dat levert zelden mooie dingen op: diensten die onderling zwarte pieten, treurige aanbestedingsrelaties en bewoners die zich niet serieus genomen voelen. De kunst is al die partijen mee te laten denken over je regiedilemma’s. Dan krijg je vanzelf de werkbare oplossingen op een presenteerblaadje en je maakt de collega’s, de markt en de bewoners samen medeverantwoordelijk voor het oplossen van problemen die zich in die relaties voordoen.
In de praktijk gaat dit dilemma over de vraag hoe je voorkomt dat regie in te betekenis van je terugtrekken op generalistische kennis en ruim geformuleerde programma’s van eisen je sturingskracht ondergraaft, omdat je onvoldoende kennis meer hebt om partner en tegenspeler voor de markt te zijn. De spannendste vragen doen zich altijd voor na de aanbesteding en dan heb je een groot probleem als overheid wanneer je daar niet goed beslagen ten ijs kunt komen.
Tot mijn verrassing bleek in de workshop dat vooral de marktpartijen klagen over het lage kennisniveau bij gemeenten en helemaal niet zitten te wachten op gemeenten die nog meer loslaten. Daar komt nog bij dat aannemers gemeenten waarnemen als veelkoppig monster en dus baat hebben bij een krachtige interne regie. Maar hoe voorkom je dan als gemeente dat je alle kennis die in de markt zit ook in eigen huis moet hebben?
Besteed aanleg, beheer en onderhoud integraal uit
Zo geef je de markt de prikkel zelf kwaliteit in de processen in te bouwen want de rekening voor slechte aanleg komt bij henzelf te liggen. Dat maakt de kans kleiner op gedoe over meerwerk en faalkosten. Er ontstaat ook een langduriger relatie tussen gemeente en aannemer waardoor het minder gauw op zwartepieten zal uitdraaien. Zorg wel dat je bewoners betrekt bij het toezicht op het werk. Zij ervaren als eerste wat er mis gaat en zullen aannemers directer bij de les houden dan gemeentelijke diensten dat doorgaans doen.
in de praktijk gaat het er om hoe je de logica van standaardisatie, normering en certificering van bestratings- en asfalteringswerk nog kan verbinden met de menselijke maat en de alledaagse wensen van bewoners van de stad. Hoe erg is het dat buurtbewoners je algemene standaarden voor bestratingswerk minder relevant vinden? En durf je hen in een positie brengen dat ze zelf met ontwerpers en aannemers gaan onderhandelen over het te leveren werk?
Hier blijkt het springende punt dat al die standaardisatie van bestratingswerk en uniformering van aanbesteding vooral leidt tot zielloze en kale openbare ruimten en dat er op dit vlak juist een grote cultuurverandering nodig is. Ook hier waren het tot mijn verbazing weer de aannemers die het meest vurig pleitten voor het vergroten van de rol van bewoners bij de inrichting van de openbare ruimte. Een van de deelnemers aan de workshops was zelf jaren terug betrokken bij een project in de Vogelbuurt in Hellevoetsluis waar bewoners samen met ingenieursbureau en aannemer de openbare ruimte hebben ingericht. De resultaten waren spectaculair in termen van kosten (grote besparingen) , kwaliteit (mooiste buurt) en betrokkenheid (brede groep actieve bewoners). Hij mist het vuur bij gemeenten om dit pad echt op te gaan.
Organiseer de regie van je af en zet bewoners aan het stuur
Stuur op rechtstreekse samenwerking tussen bewoners, ontwerpers en aannemers. Meet jezelf als gemeente meer een rol als adviseur van de bewoners en bemiddelaar tussen partijen aan. Daarmee doorbreek je ook de wapenwedloop tussen gemeente en markt. En je vergroot de kans dat de openbare ruimte integraal wordt benaderd in plaats van groen, bestrating, kunst, verkeer en speelplekken apart.
Eigenlijk is de essentie van het verlichting brengen in de drie regiedilemma’s om aanbestedingsrelaties kort te sluiten met de relatie tussen gemeente en bewoners. Dan ontvouwt zich een driehoeksrelatie in plaats van een taai dilemma of vastzittende relatie. De driehoek helpt bij het doorbreken van onvruchtbare patronen, het bestrijden van veelkoppige monsters en het werken aan aantrekkelijker openbare ruimten. En zoals al uit het voorbeeld van Hellevoetsluis blijkt kan het ook nog kostenbesparend uitwerken en de gemeenschapszin bevorderen. Tel uit je winst.
Bemoedigend vond ik het dat de deelnemers aan de workshops pleitten voor een verschuiving van sturen op afstand naar betere samenwerkingsrelaties en van regie door professionals naar regie door bewoners. Met name dat laatste was voor mij een prettige verrassing. ik had dat in deze wereld niet zo sterk verwacht. Dat stemt optimistisch over de toekomst van samen werken aan een betere kwaliteit van de openbare ruimte en meer zelfbeheer door bewoners.
Reacties