9 april 2013
Door Frans Soeterbroek
Reacties
Tags
eigen kracht, kunstmatig nulpunt, lichtheid, maakbaarheid, sturen met lichtheid, veranderen, vernieuwen, wijkteams, zelfsturingZeg het voort
Wordt het nog wat met eigen kracht en de zelfsturende samenleving?
Gisteren mocht ik een aftrap geven voor een bestuurlijk debat over de toekomst van de stad, georganiseerd door de raad voor de leefomgeving en infrastructuur (RLI). Dit essay dat ik voor de RLI schreef was de kapstok voor mijn verhaal.
Ik heb de aanwezigen even meegenomen in de fantasie dat het inmiddels 2016 is en alle goede voornemens die we nu hebben met de macht aan de burger/bewoner/eindgebruiker/cliënt op een grote teleurstelling zijn uitgelopen. Er zijn immers een aantal hardnekkige patronen in de Nederlandse bestuurscultuur waarop we moeten anticiperen om grote teleurstellingen te voorkomen.
Hieronder worden vijf risico’s benoemd die ons behoorlijk parten kunnen gaan spelen op weg naar een samenleving die meer is gebouwd op de kracht van mensen in steden, wijken en buurten. Ze worden geconcretiseerd aan de hand van de ambities met sociale wijkteams. Die wijkteams dragen de belofte in zich om de instituties in de leefwereld van de burger te brengen maar daar kan het ook goed misgaan. Wat te doen om niet in die valkuilen te stappen?
1- Bouw voort op wat al goed gaat
Een van de meest hardnekkige fenomenen in onze bestuurlijke praktijk is de voortdurende vlucht vooruit in nieuwe aanpakken. De belofte is dat we ‘het nu eindelijk eens goed gaan organiseren . En dan wordt er al snel een kunstmatig nulpunt voor verandering gecreëerd: we gaan er (over)morgen mee beginnen en we gaan het implementeren en uitrollen. Bijna nooit hoor je iemand zeggen: we zijn al een behoorlijk stuk op de goede weg, die beweging gaat we met wat gerichte ingrepen versterken en waar nodig ombuigen. Wordt er in al die veranderdrift eigenlijk wel gekeken naar hoe het echt gaat ?
Die sfeer zie ik ook rond de sociale wijkteams ontstaan. Het zou zo maar kunnen dat die nieuwe aanpak tot stagnatie leidt in plaats van tot de gewenst dynamiek. Want hoe zou het voor succesvolle frontlijnwerkers als huismeester van de corporatie, wijkverpleegkundigen, straatcoaches, schuldhulpverleners en gezinscoaches zijn als ze geperst worden in het stramien van het sociale wijkteam? Dat zou nog best wel eens kunnen gaan wringen en moeizaam opgebouwde relaties kunnen verstoren. Voor bestuurders en managers heb ik een simpele boodschap: wie niet kan meebewegen met wat er al is opgebouwd en al beweegt gaat stagnatie veroorzaken met weer een nieuwe aanpak.
2- Maak grenzen vloeibaar in plaats van ze opnieuw te trekken
We lijden collectief aan wat ik wel eens ‘polycentrisch maakbaarheidsoptimisme’ noem. Op heel veel plekken wordt tegelijkertijd gewerkt aan structuren die meer integraliteit, nabijheid en resultaatgerichtheid moeten opleveren. Iedereen creëert zijn eigen middelpunt van de wereld. Welke vernieuwingsdrift ziet we bijvoorbeeld rond de sociale wijkteams gebeuren? De transitie jeugdzorg, de wijkgerichte basiszorgteams, de grote decentralisatieoperaties, de veiligheidshuizen, de integrale aanpak van criminele jongeren, wijkparticipatie enzovoorts. Al die vernieuwingen gaan echt niet allemaal keurig in de sociale wijkteams landen maar gaan er ook mee wringen en concurreren.
Voor je het weet zitten al die frontlijnwerkers te zwarte pieten, langs elkaar heen te werken of zich weer suf te coördineren. Of nog erger: we vluchten weer in nieuwe structuren die nu echt alles in de wijk in samenhang brengen. Herinnert u zich nog de belofte van de centra voor jeugd en gezin. Wat hebben we daarvan geleerd? Vooral dat we het nu eens echt goed willen gaan organiseren, en daar gaan we weer. Het enige medicijn dat hier helpt: ophouden met steeds nieuwe structuren te bedenken. Ga anders werken en maak de bestaande structuren vloeibaar. Als dat de essentie van de sociale wijtkeams is dan kan het wat worden.
3- Wees bescheiden in je professionalisering en het maakbaarheidsdenken
Ieder beleidsvernieuwing, dus ook die van het stimuleren van zelfsturing en eigen kracht verleidt de professionals binnen de overheid tot verbreding van hun eigen repertoire en het uitwerken van nieuwe aanpakken. Je zult zien dat de lijstjes functie-eisen eerder gaan groeien dan afnemen bij een beroep op meer eigen kracht. Zeker omdat de context waarbinnen dat beroep op zelfsturing plaatsvindt die van opgevoerde maakbaarheidsambities is. We beleven op dit moment de hoogtijdagen van social engineering met de achter-de-voordeuraanpak, gesloten aanpak jeugd, sturen op de sociale samenstelling van wijken, organiseren van ontmoeting en de nadruk op activering en participatie. Eigen kracht gedijt juist goed bij een meer ontspannen houding van de overheid, met respect voor autonomie en enige bescheidenheid in wat maakbaar is.
Die spagaat zit ook in het model van de sociale wijkteams. Die zullen ongetwijfeld gaan stuiten op complexe samenhangende vraagstukken die alle hens aan dek van de professionals vragen en dan is het exit eigen kracht. Een experiment in de stad Groningen met de sociale wijkteam leverde op dat die teams succesvol werden bevonden maar dat weinig vraagstukken in aanmerking kwamen voor de eigen krachtbenadering omdat de problematiek te complex zou zijn. Dat wordt dus al snel een self fulfilling prophecy. Wie voor de zelfsturende samenleving gaat zonder het collectieve ambitieniveau wat bescheidener te maken creëert een onmogelijke spagaat.
4- Doe wat aan de handelingsverlegenheid
Bij discussies over nieuwe organisatievormen is er gelukkig altijd wel iemand die roept: het zit niet in structuren maar het gaat om houding, cultuur en de kwaliteit van relaties. Er wordt in de wereld van de eigen kracht van burgers dan al snel geroepen dat het probleem is dat overheden en professionals onvoldoende in staat zijn om los te laten. De adviesrapporten staan ook vol met het jargon van ‘loslaten in vertrouwen’.
Wat ik waarneem is dat het probleem wel eens meer in een ander houdings- en cultuuraspect zou kunnen zitten: de handelingsverlegenheid. Het is best eng ergens in te duiken wat je niet kan overzien, heftige reacties kan oproepen, politiek gevoelig ligt en waarmee je je op het terrein van andere professionals en instituties begeeft. Goed indekken is dan het devies. Dat bijvoorbeeld ketensamenwerking en teamwerk zo vaak uitmondt in een vlucht in papier, afstemming en overleg in plaats van actiegerichtheid heeft met dit fenomeen te maken.
Zeker in de wereld waarin sociale wijkteams (gaan) opereren speelt dit vraagstuk. Wie gaat er bij een gezin met heftige problemen (inclusief agressie) interveniëren zonder zich eerst eens goed in te dekken? Dan kom je al weer snel in de wereld van te laat ingrijpen, escalatie van problemen, doorverwijzen en breekbare vertrouwensrelaties tussen professionals en burgers.
Het goede aan de intenties met de sociale wijkteam is dat men die teams zaken zelf wil laten oplossen en dat ze dus niet gaan zitten doorverwijzen en coördineren. Maar dat zal een illusie blijken als die handelingsverlegenheid niet als thema aan bod komt en in de praktijk wordt doorbroken.
5- Wees eerlijk over eigen kracht in de context van bezuinigen
De komende jaren zal de discussie over bouwen op eigen kracht van mensen onvermijdelijk in het publieke debat worden geframed als poging van de overheid om bezuinigingen af te wentelen en verantwoordelijkheden over de schutting te gooien. Wat bestuurders en professionals dan al snel doen is in de ontkenning en de overtuigingsstrategie schieten: ‘we hebben oprecht het goede met u voor en dat wordt echt niet gedreven door bezuinigingen.’ Het probleem is dat mensen er in getraind zijn dat type beweringen van politici en ‘de overheid’ te ontmaskeren. Voor je het weet roept eigen kracht eerder verzet dan energie op.
Het is de heilige plicht van bestuurders om daarover geen verstoppertje te spelen en de dialoog aan te gaan hoe je in de context van schaarste aan middelen verantwoordelijkheden anders verdeelt. De bestuurder die straks vaststelt dat de sociale wijkteams het ook niet allemaal gaan oplossen en mensen vraagt dat zelf op te pakken redt het alleen als hij de boodschappen ‘we geloven heilig in de eigen kracht van mensen’ en ‘we gaan de pijn verdelen’ op een geloofwaardige manier kan verenigen en er de dialoog over opzoekt.
Ik wens de bestuurders en professionals die enthousiast met eigen kracht en zelfsturing aan de gang gaan toe dat ze deze vijf waarschuwingen ter harte nemen. Ik ben er namelijk van overtuigd dat hier belangrijke aanknopingspunten zitten voor succes of falen. Meegaan met wat er al beweegt, vloeibaar maken van structuren, het temperen van professionalisering en maakbaarheidspretenties, handelingsverlegenheid aanpakken en oprechte dialoog over bezuinigingen, dat zijn de knoppen om aan te draaien. Ik hoop oprecht dat ik dit stukje niet over 3 of 4 jaar nog eens rondstuur onder het motto ‘zie je wel, ik zei het al in 2013 dat het hierop mis zou gaan’. Daar is dit vraagstuk te belangrijk voor.
Reacties