omgevingswet

Tags

ambtenaren Amsterdam burgerparticipatie collectieve intelligentie democratische vernieuwing dialoog eigenaarschap gebiedsatelier gebiedsontwikkeling gemeenteraad gemeenteraadsverkiezingen grondbeleid koekoeksklokparticipatie leiderschap lichtheid lokale democratie lokale initiatieven maatschappelijke gebiedsontwikkeling menselijke maat omgevingsvisie omgevingswet organische gebiedsontwikkeling organisch ontwikkelen participatie participatiesamenleving publiek domein publieke zaak regio Rotterdam samen stad maken schurende verhalen sociaal kapitaal stadmakers stadsontwikkeling systeemwereld technocratie tijdelijkheid Utrecht Utrechtse Ruimtemakers vastgoed waardecreatie wijkaanpak wijkcoöperatie wonen Zwolle
 

Een perfecte storm die de burger omver blaast

Afgelopen week ging ik in gesprek met onderzoekers van de Nationale Ombudsman over de vraag welke klachten van burgers er op hen af zullen komen als gevolg van de invoering van de omgevingswet. Aanleiding was mijn essay ‘omstreden plannen, onderschatte burgers’ waarin ik in een bijlage systematisch de democratische risico’s van de wet opsom. 
In mijn presentatie benadrukte ik dat weinig van de klachten die de ombudsman zal krijgen na invoering van de wet het unieke gevolg zullen zijn van die wet. Het gaat om het gecombineerde effect van ontwikkelingen die elkaar versterken en waar de wet nog een schepje bovenop doet. Het steeds zwaarder gaan leunen op marktwerking door de overheid, het overlaten van communicatie met de burger aan marktpartijen, de neiging om op de golf van ‘grote opgaven’ de (lastige) burgers voorbij te rennen, de onmacht van gemeenteraden, de beroerde informatievoorziening en de verminderde juridische armslag voor de burger veroorzaken samen een perfecte storm waar de burger overeind moet zien te blijven. Daar kan de Nationale Ombudsman in een maatschappelijk klimaat waar het vertrouwen in de overheid onder druk staat de wrange vruchten van plukken.  Mijn advies aan het instituut Nationale Ombudsman: ga vooral op zoek naar de samenloop van invoering van de wet met bovengenoemde fenomenen en kom met een serie van voorstellen om de burger niet door deze storm omver geblazen te laten worden.  

(meer…)
6 maart 2023
1 reacties
, , , ,
 

niet participeren maar mobiliseren

In haar jongste boek “Wij zijn de stad” beschrijft journalist Floor Milikowski aan de hand van een serie interviews met actieve Amsterdammers treffend waar het op dit moment aan schort. Zij botsen op een werkwijze van de gemeente die niet gebouwd is op het idee dat zij de onmisbare bondgenoot zijn voor een ander manier van stads- en wijkontwikkeling. De activistische architect Wouter Pocornie hekelt in een van de verhalen de oppervlakkigheid waarmee de ambtenaren en de door hen ingeschakelde placemaking- en participatiebureaus te werk gaan: “de gesprekken blijven altijd aan de oppervlakte, de echte vragen worden niet gesteld: van wie is de grond van de stad,? Van wie zijn de stenen? Van wie zijn de buurten? Heeft degene met het meeste geld de meeste ruimte of zijn er andere afwegingen mogelijk?”

Afgelopen dinsdag was ik bij twee bijeenkomsten in Amsterdam over het samen maken van de stad waar die vragen wel werden gesteld. De eerste ging over de gebiedsontwikkeling van de toekomstige wijk Havenstad en de andere over hoe een van de pijlers onder de omgevingsvisie Amsterdam 2050  ‘samen stad maken’ (volgens wethouder Marieke van Doorninck het belangrijkste onderdeel van de omgevingsvisie!) om te zetten in een uitvoeringsagenda. Voor mij stonden beide bijeenkomsten in het teken van de vraag hoe we komen van de wereld waarin het gaat om het bevorderen van participatie en burgerinitiatief naar een aanpak waarbij de stad wordt gemobiliseerd, de machtsvraag wel indringend wordt gesteld en de ontwikkelmodellen daarop worden aangepast. Mijn ervaringen afgelopen dinsdag sterkte me in het idee dat actieve bewoners en gemeente samen de logica van de huidige manier van stadsontwikkeling kunnen laten kantelen. Maar daarvoor moet de gemeente wel de nek uitsteken en inderdaad inzetten op mobiliseren in plaats van participeren.

(meer…)
8 november 2021
1 reacties
, , , , ,
 

Het omgevingsplan als nieuw sociaal contract voor de leefomgeving

Eergisteren hebben de deelnemers aan de pilot omgevingsplan Groningen in en voor de wijken Selwerd, Paddepoel en Tuinwijk hun einddocument met aanbevelingen en voornemens aangeboden aan wethouder Roeland van der Schaaf. De pilot was bedoeld om te oefenen met het samen met de stad maken van het stedelijke omgevingsplan (de opvolger van bestemmingsplannen en meerdere andere regelingen) dat de wet verplicht en te onderzoeken hoe je daarbij maatwerk naar buurten en wijken kunt bieden.  Meer dan een jaar is hieraan gewerkt door een wisselende groep van mensen bestaande uit wijkbewoners, ambtenaren, gemeenteraadsleden en medewerkers van corporaties. Ik mocht dat proces begeleiden. 
Het was een taai proces: een onderwerp dat ver van bewoners af lijkt te staan, een ingewikkeld instrument met zijn eigen jargon en ook nog in coronatijd waardoor we elkaar in die periode maar 1 keer live hebben ontmoet en wat het aansluiten van een grotere groep belanghebbenden verhinderde. Tegen deze achtergrond mag het een grote prestatie van de deelnemers genoemd worden dat ze een gezaghebbend verhaal hebben gemaakt. De afzenders van het stuk zijn 9 bewoners, 3 raadsleden, 2 medewerkers van corporaties en 5 ambtenaren. Meer bewoners hebben eraan gewerkt maar die zijn we om verschillende redenen tussentijds weer kwijtgeraakt.
Er zijn ook een aantal interessante lessen te trekken voor andere steden die zo’n wettelijk verplicht omgevingsplan nog gaan maken. Over de belangrijke les, hoe je een agenda voor democratische vernieuwing kunt verbinden met de omgevingswet die dit bepaald niet stimuleert schreef ik eerder dit verhaal al. Ik wil me in dit blog richten op de vraag wat er gebeurt wanneer je niet het instrument omgevingsplan centraal stelt maar de leefwereld van de bewoners van stad wijk en buurt. En hoe je dat op een manier doet dat er geen bewonerswensenlijstje uitrolt onder het motto ‘dat nemen we mee’ maar iets wat lijkt op een sociaal contract over de leefomgeving als gezamenlijk product van  bewoners, ambtenaren, gemeenteraadsleden en corporatiemedewerkers.

(meer…)
8 juli 2021
6 reacties
, , , , ,
 

Zo verbind je de omgevingswet met een democratische agenda

Deze week was er via een videoplatform een mooie uitwisseling tussen bewoners en ambtenaren uit Amsterdam en Groningen om van elkaar te leren hoe je de invloed van bewoners goed regelt bij invoering van de omgevingswet. In Amsterdam ben ik betrokken bij de gemeentelijke omgevingsvisie en het maken van een wijkomgevingsvisie door bewoners in de Sierpleinbuurt. In Groningen begeleid ik heb maken van een omgevingsplan door bewoners uit 3 wijken (Selwerd, Paddepoel en Tuinwijk) samen met de gemeente. Omdat we in beide steden met dezelfde instrumenten stoeien (dialoog ver naar voren trekken, buurtvoordeelovereenkomst, sterke buurtplatforms, veel betere informatievoorziening, kansen voor buurten zelf plannen te maken etc.) was het idee geboren om eens met elkaar in gesprek te gaan. 

In beide steden wordt gekozen voor de vergroting van de invloed van bewoners op de ruimtelijke ontwikkeling en zich niet te laten gijzelen door een omgevingswet die dat ontmoedigt en vooral stuurt op speelruimte voor de markt en procedureversnelling. In dit blog wil ik gesterkt door de uitwisseling tissen beide steden schetsen waar je dan tegen oploopt en hoe je hier je weg in vindt. Met aan het einde nog een oproep aan de landelijke politiek de omgevingswet alsnog aan te passen om het beter op deze tijd te laten aansluiten.

(meer…)
12 maart 2021
9 reacties
, , , , , , ,
 

“de omgeving van de mens is de medemens”

Drie jaar geleden had ik een afspraak met  Flip ten Cate  van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit en Thijs van Mierlo van het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve Bewoners (LSA). We zochten elkaar op omdat we zorgen deelden over de omgevingswet. Kortgezegd: een wet die vooral gebouwd is op de idealen van versnellen van projecten en ruimte bieden aan lokaal maatwerk en marktwerking. Dat ook nog in een krachtenveld dat al zo ongelijk is: een nauw samenspel tussen overheid, grote instituties en de markt waarbij de burger te vaak wordt behandelt als klant van hun keuzes en object van te vrijblijvende participatieprocessen. Bekijk deze documentaire van KRO NCRV over hoe we in ons land omgaan met chemisch afval en je beseft dat  het waarborgen van een veilige en gezonde leefomgeving in dit krachtenveld bepaald geen logica is. De omgevingswet gaat daar niets ten goede aan veranderen en kan zelfs averechts uitpakken op de zorgplicht voor de leefomgeving.  Er zijn ook te veel mensen in de wereld van het omgevingsbeleid voor wie die zorgplicht niet op hun netvlies staat. Het mooie adagium van Jules Deelder ‘de omgeving van de mens is de medemens’ verdient bij deze mensen zonder meer een plaats als een tegeltje aan de wand of motto op het bureaublad van de computer. Maar er is uiteraard meer nodig dan dit motto en daar hebben we ons ook voor ingezet.

(meer…)
3 februari 2020
0 reacties
, , , , , , ,
 

In goede bedoelingen kun je niet wonen

Waar in Den Haag bij de algemene beschouwingen zelfs de VVD lijkt terug te keren van het neo-liberalisme en de fractievoorzitter van het CDA zich openlijk afvraagt of het wel goed was om de term volkshuisvesting in te ruilen voor woningmarkt werd in Utrecht in dezelfde week een stadsakkoord wonen ondertekend waarin juist de andere kant op wordt bewogen.
Ontwikkelaars, beleggers en corporaties gaan samenwerken aan bouwproductie , doorstroming en de gemengde stad (vooral door het ruilen van locaties) en de gemeente stelt zich op als de grote mogelijkmaker. Dit doet ze door instrumenten in te zetten als aangepaste gemeentelijke planprocedures (de markt schrijft mee aan stedenbouwkundige kaders, onderzoeksvragen en keuze voor projecten), de escalatieladder (wie alles te traag vindt gaan kan rechtstreeks naar de wethouder) en de ‘vertrouwelijke balansrol’ bij ruil van locaties (gemeente faciliteert de ruiling en bewaakt de balans).
Alles gebeurt op basis van onderling vertrouwen en dappere beloften en niets is er in het akkoord terug te vinden van regels waarover elders in het land wordt gesproken om de marktwerking van zijn prijsopdrijvende werking te ontdoen. Denk aan anti-speculatiebedingen, harde maxima aan huren, verbod om woningen tegen opbod te verkopen, zelfbewoningsplicht, verbod op verkoop van sociale huurwoningen etcetera. Overigens stoeit de gemeenteraad via moties wel met dit soort ideeën maar gek genoeg is dat blijkbaar een non-issue in dit samenwerkingsmodel. 
Om het simpel te stellen: de gemeente heeft zichzelf de plicht opgelegd snel bij te bouwen en een gemengde stad te realiseren met een mooie mix van sociaal, middenhuur en koop en mag nu als ‘balansbewaker’ gaan kijken of anderen die belofte gaan waarmaken. De gemeenteraad mag dan straks via vele kritische vragen en moties de gaten die daarbij vallen opvullen. Ik licht graag toe waarom ik dit op deze manier opschrijf.

(meer…)
25 september 2019
14 reacties
, , , , , , , , , ,
 

Hoe krijgen gemeenteraden greep op de omgevingswet?

Alweer twee jaar geleden schreef ik dit essay over de gevolgen van invoering van de omgevingswet voor bewonersinitiatieven en de lokale democratie. Centrale boodschap: de omgevingswet zal niet bijdragen aan meer omgevingskwaliteit, een meer gelijkwaardige positie van burgers t.o.v. de overheid en de markt en aan het gezag van gemeenteraden om hierin (bij) te sturen. Sterker nog: die komen nog meer onder druk door invoering van de wet. In een sfeer waarin veel bewoners al vinden dat gemeentelijk beleid draait om de eigen voorkeuren van professionals en de belangen van bedrijven kan dit de kloof tussen burger en bestuur vergroten.
Gemeenteraden zullen echt aan de bak moeten om een goed fundament onder invoering van de wet te leggen door te investeren in betere waarborgen voor omgevingskwaliteit, de positie van bewoners(initiatieven) en democratische controle.  Denk daarbij aan omgevingsvisies gemaakt door bewoners (ondersteund door vakspecialisten), de verplichting tot het uitvoeren van een omgevingsimpactscan bij ruimtelijke plannen, het recht om eigen plannen voor de buurt te maken, voorkeursregels voor bewonersinitiatieven t.o.v. de markt en sterk verbeteren van de transparantie over ruimtelijke ontwikkeling, grond en vastgoed. 

Ik heb inmiddels gemerkt dat deze boodschap nog niet bij veel gemeenteraden is geland, laat staan dat er gewerkt wordt aan dat degelijke lokale fundament onder een wankele wet. En daarbij helpt het niet dat de meeste gemeenteraadsleden verschrikt in de koplampen van de nieuwe wet staren (‘jeetje, heel ingewikkeld allemaal, vertel eens wat er allemaal op ons afkomt’) in plaats van zelf te bepalen hoe de wet lokaal moet landen. Tijd voor een oproep aan de gemeenteraden om dat anders te doen, te beginnen met een paar ‘crashtests’ voor het uitgeven van een omgevingsvergunningen en voor het instrument projectbesluit. Ik licht het hieronder graag toe.

(meer…)
10 september 2019
0 reacties
, , , , , , ,
 

Democratische vernieuwing in het ruimtelijk domein voorbij het vrijblijvende experiment

Dit voorjaar heb ik me in Amsterdam bezig gehouden met de vraag hoe je de invoering van de omgevingswet kunt verbinden met de ambitie van democratische vernieuwing. Dat ging meestal niet eens over de omgevingswet zelf maar om de vraag hoe je met democratische vernieuwing in het ruimtelijk domein (stadsontwikkeling, openbare ruimte, gebiedsaanpak, bouwprogrammering, verkeer etcetera) voorkomt dat die wet averechts uitpakt voor de Amsterdammers en voor de democratie in de stad.
Ik heb er drie keer over aan tafel gezeten met de wethouders voor ruimte en democratische vernieuwing. En ik heb vele gesprekken gevoerd met ambtenaren over hoe ze de kansen inschatten om het bescheiden participatiebeleid in de ruimtelijke hoek om te buigen naar iets met de allure van democratische vernieuwing. Want dit bestuur wil daar iets mee en stuurt aan op meer macht voor de stadsbewoners over de eigen stad. Wat te voorspellen valt is dat wanneer je de lat hoog legt in de gemeentelijke organisatie naast enthousiasme veel scepsis wordt aangeboord onder het motto ‘laten we niet naïef zijn hierover.’
Ik heb al die tegenwerpingen van ambtenaren (die ik overigens al jaren hoor in elke stad waar ik kom) eens op een rij gezet en mijzelf gedwongen er met een positieve blik naar te kijken. Niet te makkelijk roepen dat dit ‘oud denken’ is of dat men te veel vastzit aan de eigen positie. Laten we er vanuit gaan dat alle tegenwerpingen waar en relevant zijn en juist de toegangscodes vormen om dieper in de systemen iets om te draaien. Kun je door de tegenwerpingen goed te analyseren en er een slimme draai aan te geven democratische vernieuwing kansrijker maken? Ja dus.  Ga er even voor zitten want het vergt wel wat uitleg.

(meer…)
23 augustus 2019
10 reacties
, , , , , , ,
 

Het democratisch gat bij gebiedsontwikkeling in de geest van de omgevingswet

Eind 2016 werd ik gevraagd om mee te denken over de organische gebiedsontwikkeling in de Noordvleugel van de Randstad en dat deden we op een toepasselijke plek, het Hembrugterrein in Zaanstad. Ter plekke werd tijdens een rondleiding terloops opgemerkt dat de eigenaar van het terrein, het Rijksvastgoedbedrijf net had besloten om het gehele gebied in 1 keer op de markt te brengen. Dat betekende feitelijk dat er een einde kwam aan het organische proces dat met gemeente, provincie en lokale ondernemers in gang was gezet. Ik sprak mijn teleurstelling daarover uit omdat ik voor me zag hoe een bijzondere gebiedsontwikkeling (organisch = stap voor stap, voortbouwen op wat er is, met open eindbeeld en lokaal gestuurd) werd ingeruild voor iets heel klassieks en topdowns. En ik vond het eigenlijk ook een beetje vals spel: veel partijen droegen bij aan een bijzondere vorm van waardeontwikkeling en toen het terrein lekker in de schijnwerpers stond trok de eigenaar zijn eigen plan en incasseerde de opbrengst. 

(meer…)
8 mei 2019
0 reacties
, , , , ,
 

Geeltjes plakken op een rijdende trein

Deze maand was ik kort na elkaar bij drie politieke debatten over de ontwikkeling van de stad. In Utrecht ging het over wonen, in Amerfoort over de toekomst van de Eemoevers en in Amsterdam over de vraag ‘van wie is de stad’ naar aanleiding van dit boek. In het Utrechtse woondebat stond op een gegeven moment wethouder Paulus Jansen op en die vroeg wie er van de aanwezigen in Utrecht was geboren. Zo’n 15 tot 20 % stak de hand op en de wethouder ging tevreden weer zitten. Hij had zijn punt gemaakt: de stad ontwikkelt zich en is dus niet van ‘de bewoner’ of ‘de Utrechter’ maar ook van en voor de mensen die er ooit nog komen wonen. Op zich een interessant perspectief maar ik herken er vooral het bestuurlijke mantra in dat ‘de grote opgaven voor de stad’ niet mogen worden afgeremd door NIMBY-achtige behoudzucht van hen die hun plekje al hebben.
In Amersfoort kwam ik in gesprek met een van de mensen achter het burgerinitiatief Vrienden van de Eemhaven die het debat hadden georganiseerd. Hij beschreef de participatieaanpak van de gemeente als ‘geeltjes mogen plakken op een rijdende trein’. Bestuurders en ambtenaren zijn met grote plannen bezig en die trein is al in volle vaart als jou eens wat wordt gevraagd en wat je inbrengt waait er al weer  snel vanaf. In Amsterdam ging het vooral over de vraag of het aantrekkelijk maken van de stad voor toeristen, bedrijven en investeerders nog wel te verenigen valt met de leefbaarheid van de bewoners. Ik besefte dat alle drie de verhalen iets met elkaar te maken hebben en dat veel gedoe in de stad ontstaat vanuit de vraag voor wie de gemeente eigenlijk werkt. De bestuurder die werkt aan de (concurrerende!) toekomst van de stad wil zich niet laten afremmen door ‘de oude’ bewoners die vooral hun huidige omgeving koesteren. De desbetreffende bewoners ervaren op hun beurt dat de bestuurder niet echt voor hen openstaat want die is bezig met iets groters en blijkbaar belangrijkers.  Dat leidt tot chagrijn over elkaar en dan stellen onderzoekers vast dat de kloof tussen burger en bestuur ondanks alle participatie-inspanningen maar niet af wilt nemen. Waarom slaagt de politiek er zo slecht in om die blik op de toekomst en naar buiten (‘onze stad in van iedereen’) te verenigen met de verlangens en angsten van hun kiezers? En vooral, hoe kan dit anders? (meer…)

26 februari 2018
1 reacties
, , , , ,