1 november 2017

Door Frans Soeterbroek

Reacties

0 reacties

Tags
, , , , , ,

Zeg het voort

gemeenschappen bouwen

Recent was ik op een grote beurs waar de door de beurs ingestelde prijs werd gewonnen door de klusflat Kleiburg in de Bijlmermeer met als motivering dat ‘communitybuilding’ de toekomst heeft. Er werden op de beurs ook de winnaars bekend gemaakt van een landelijke prijsvraag van de rijksbouwmeester over zorg en wonen. In de prijzen vielen het wijkbedrijf Carnisselande, buurtcoöperatie de Smederij in Almere Haven en de ‘meesterlijke community’ in Sittard- Geleen.
Ik was er ook bij de zogeheten innovatiedialoog van het woningbouwatelier Almere die vooral ging over de kracht van zelforganisatie en zelfbouw, waar wethouder Tjeerd Herrema een wettelijke regeling voor het recht van burgers om hun eigen woning te bouwen bepleitte.  En ik was bij een grote tentoonstelling van de Eindhovense corporatie Woonbedrijf geheel gewijd aan co-design met veel voorbeelden van het samen met  de (toekomstige) bewoners ontwerpen van woningen en buurten.

De quizvraag is : wat voor beurs was dit? Het antwoord dat voor de hand ligt: een beurs over communitybuilding.  Nee, mis. Het was de internationaal vermaarde Dutch Design Week in Eindhoven. Waarom vind je juist op zo’n beurs zoveel aandacht voor dit thema?

Voorhoederol geëngageerde ontwerpers
Het simpele antwoord is dat de Dutch Design Week (DWW) bekend staat om zijn aandacht voor ‘social design’ en dan komen dit soort initiatieven ook langs. Ik was er ook om die reden en ik zoek zelf naar dit type vernieuwing, vandaar dat die er voor mij uitspringen. Maar er is meer aan de hand want als je naar al die prijswinnaars kijkt zie je dat initiatieven in de sfeer van communitybouw gezien worden als de belangrijke vernieuwing in de wereld van het (stedelijk) ontwerp.
Het zegt ook veel over het maatschappelijke engagement van de huidige generatie ontwerpers. Zij zien bewoners niet zomaar als  consument of object van onderzoek en ontwerp. Ze zien hen als medeburger en werpen zich juist op als partner van mensen die bereid en in staat zijn (samen) de regie te voeren op hun leefomgeving.

De vernieuwers in de ontwerpwereld lijken daarin radicaler dan de overheid van wie je dat toch eerder zou verwachten. Daar zie ook mooie experimenten maar toch is een bouwcultuur dominant waarbij burgers mogen participeren in de vorm van workshops, klankbord en inspraak en veel minder in in iets wat lijkt op communitybouw. En juist de overheid zou met communitybouw in de dubbele betekenis van het woord (het bouwen van gemeenschappen en gemeenschappen die zelf bouwen) veel te winnen hebben, maar het blijft te marginaal. Het valt me ook op dat de overheid vaak ontwerpers inhuurt die onder noemers als ‘ontwerpend onderzoek’ toch meer van een expertbenadering uitgaan, waarbij de rol van de burger die van woonconsument en object van onderzoek is. Daar is nog een wereld te winnen. Ik zou zeggen: allemaal volgend jaar naar de Dutch Design Week in plaats van de Provada of de bouwbeurs in München.

Gaan corporaties weer hun nek uitsteken?
Ik was erg blij met de manier waarop corporatie Woonbedrijf zich als fan van communitybouw presenteerde. Het contrast met hun tentoonstelling van vorig jaar vond ik ook interessant. Toen ging het vooral over social design als het visualiseren van de doelstellingen van de corporatie en als communicatiestrategie met de huurders. Nu zag ik een corporatie die zelfbewust en trots kiest voor co-design en zich niet verschuilt achter al die dooddoeners: ‘onze doelgroep is hier niet voor te porren’, ‘ bij nieuwbouw weten we nog niet wie onze huurders zullen worden’ ‘ we mogen niets anders meer dan sociale verhuurder zijn’.
Tot mijn vreugde hoorde ik een directeur van een andere Eindhovense corporatie recent zeggen dat de toekomst ligt in de filosofie van ‘de commons’ zoals hij dat in Barcelona heeft leren kennen: communitybouw bij uitstek. Er gloort wat in corporatieland maar de praktijk is weerbarstig.

Ik heb het afgelopen jaar bij meerdere corporaties presentaties gegeven en gesprekken gevoerd over hoe je bewoners weghaalt uit de rol van consument en hoe je in sociaal kapitaal investeert.  Ik heb daarbij gemerkt dat de wil om het anders te doen er is maar de externe druk om het wezenlijk anders te doen ontbreekt. Corporaties zitten nog vast in iets wat lijkt op een slachtofferrol: teruggedrongen op hun basale taken als verhuurder en lijdend onder de verhuurdersheffing. Ik ken ook geen gemeente die in prestatieafspraken met de corporaties iets opneemt over communitybouw of het op grote schaal realiseren van wooncoöperaties. En ik zie dat gemeenten in een opwaartse bouwmarkt vooral naar de projectontwikkelaars trekken en niet het publieke belang van corporaties en bewoners mobiliseren. We zullen als burgers de druk hier zelf op moeten voeren. En uiteraard gewoon zelf die communitybouw in de praktijk brengen met een fijne rol voor geëngageerde ontwerpers.  Het worden mooie tijden.


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*