18 januari 2013

Door Frans Soeterbroek

Reacties

0 reacties

Tags
, , , ,

Zeg het voort

De kracht van het strategische detail

Gisteren heb ik op de dag van  stad en regio, georganiseerd door platform 31 een verhaal gehouden over de kracht van het detail in de wereld van beleid en planning. In deze wereld waarin het tot de crisis vooral ging over  grote opgaven, ambitieuze programma’s en imponerende vergezichten is het voor velen lastig om terug te schakelen naar een ambitieniveau met een meer menselijke maat.  Dat wordt toch beschouwd als een typische geval van ‘jammer, maar helaas’ terwijl ik het vooral zie als een ‘blessing in disguise’. Want door in te zoomen op de details van het leven in stad en regio sla je vele vliegen in een klap. Tel even mee.

Door meer oog voor de details van het goede leven vindt bestuurlijk Nederland  beter de aansluiting op de leefwereld van de burger. Ik vrees dat veel ambitieuze beleidsmakers dan treurige beelden krijgen van de strijd tegen hondenpoep en scheef liggende trottoirtegels, maar het gaat gewoon om het tonen van respect voor alledaagse sores en een meer liefdevolle bik op wat mensen beweegt.

Daarnaast ontdek je door op de details van het leven in te zoomen dat er al veel meer  gebeurt dan veel beleidsmakers nu zien. De diversiteit en nuances in het stedelijke leven zijn niet meer zichtbaar in de rapporten waar alles en iedereen wordt ingedeeld in kansrijk en kansarm, groei en krimp, maatschappelijk actief en inactief. Hoeveel mensen die als inactief worden weggezet verzorgen hun buurvrouw, hebben bondjes met hun collega hondenuitlaters, zijn lid van een fanclub of lotgenotenverband op internet, hebben een spannend nachtleven enz.? Je moe wel een beetje gevoel voor deze realiteit hebben wanneer je je beroepshalve bezig houdt met sociale samenhang in stad en buurt. Wil je als overheid leren loslaten dan moet je wel even goed kijken wat er al zonder jou gebeurt.

Vervolgens kom je er via de details achter dat elke grote verandering gebaseerd is vele kleine veranderingen. Dat wordt nog wel eens vergeten door de mensen die het hebben over integrale aanpak en transities. In de planologie is daar  een mooi woord voor bedacht: acupunctuur. Een mooie voorbeeld daarvan, enkele jaren terug spelend: het project Wimby in Hoogvliet. In gebiedsprojecten pas ik zelf ook altijd zo’n aanpak toe. En voor wie niet overtuigd is van het principe ‘vele kleintjes maken 1 grote’  zie dit prachtige filmje van de Triodosbank ‘klein, het nieuwe groot.’

En het beste nieuws voor mensen die grote ambities hebben: je ontdekt door te zoeken naar de strategische details dat een enkele relatief kleine ingreep grote gevolgen kan hebben. Zo werd in een recent boek over de spectaculair dalende criminaliteit in New York de mythe ontkracht dat dit komt door breed in te zetten op een zero tolerancebeleid. De 2 belangrijkste oorzaken: de strijd tegen zwart rijden in de metro en het posten van agenten op strategisch uitgezochte straathoeken. Mijn favoriete voorbeeld: de voormalige burgmeester van Tirana, Edi Rama  is in 2004 uitgeroepen tot de beste burgemeester ter wereld omdat hij via het in felle kleuren schilderen van de grijze gebouwen in de stad een kettingreactie aan positieve ontwikkelingen in gang wist te zetten.

Ik heb er gisteren de nadruk op gelegd dat de bestuurder van de toekomst niet stuurt op integrale programma’s, noch stuurt op de waan van de dag maar wel op de kantelpunten en hefbomen die iets groters in gang kunnen zetten. ik ben nog bezig systematisch in kaart te brengen hoe dat werkt en zal daar binnenkort meer over vertellen. ik ben benieuwd naar jouw voorbeelden en ervaringen.

Om de strategische details te herkennen moet je wel anders leren kijken in stad en regio. Het simpele adagium ‘ga naar buiten’ is niet genoeg. Veel beleidsmakers zijn getraind om te zien wat er nog ontbreekt als onderbouwing van hun ambities en opgaven en zien niet wat er al is en beweegt. Daarom nog wat lees- en kijktips. Voor mensen in het sociale domein: ‘scenes uit de copycorner’ van antropologe Joke van der Zwaard. Voor mensen in het fysieke domein: de zachte atlas van Nederland van Jan Rothuizen. En voor iedereen: de fotodetective van Hans Aarsman. Drie mensen die het kijken naar de details tot een kunst hebben verheven. Dit motto van fotodetective Hans Aarsman wil ik iedereen nog meegeven:

“In alle toonaarden en van alle kanten klinkt de roep om verandering. De wereld is niet goed genoeg. Het moet allemaal beter. Maar stel dat we de wereld niet eens hebben gezien, dat we maar wat lopen te suffen?”

 

 

 

 


Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*